24 november 2013

Tot ziens

Dit is de laatste keer dat ik deze deur dicht doe, de laatste keer dat ik deze trap af loop, de laatste keer dat ik deze route naar het station loop. Het is donker, de straat is leeg en ik baal dat ik mijn wanten nog niet aan heb. Ik zie op mijn horloge dat ik net genoeg tijd heb om de trein te halen. Ik versnel mijn pas, ga de hoek om. Dan besef ik dat ik niet alleen een nieuw begin ga maken, maar ook dingen afsluit. Nare herinneringen die het huis met zich meebracht; het onverklaarbare kille gevoel wat daar hing. Het gevoel wat bij de eerste bezichtiging al overheerste. Het gevoel waar ik niet naar luisterde, omdat ik bang was dat het angst was. De eerste angst waar ik overheen wilde; verandering.

Niet alleen de nare herinneringen laat ik achter, maar ook alle positieve. Het feest wat redelijk uit de hand gelopen was, de dagen in het park, tattoo dagen, mijn verjaardag, de mislute sigaretten, de wereldkaart etc. Deze herinneringen zullen mij altijd bijblijven, maar als ik ze ooit vergeet heb ik altijd mijn herinneringsdoosje nog. Volgepropt met kleine beetjes vreugde en liefde.

Ik druk op de knop van het stoplicht. Nu heb ik tijd om even stil te staan. Op adem komen, maar ook stilstaan bij wat ik bereikt heb. Daar waar ik nooit zomaar over zou steken, sla ik na dit stoplicht het andere stoplicht over en steek ik gewoon over. Iets wat weken heeft geduurd voordat ik dat deed. Een kleine overwinning, maar een van de vele. Mijn kleine wereld is niet het enige wat veranderd is. Ikzelf ben ook veranderd, heb dingen overwonnen en gedaan zonder erbij na te denken.

Nu komt het vervelendste stuk. Het allerlaatste van de wandeling. De weg loopt omhoog en halverwege zal ik willen rusten. Ik steek voor de laatste keer over en begin aan de klim. Ik zie voor mij hoe ver ik nog moet, maar laat dat mij niet tegenhouden; ik heb een trein te halen. Met iedere stap kom ik een klein stukje dichterbij. Ik sta bovenaan de heuvel en heb de klim voor de laatste keer overwonnen. Maar dat betekent niet dat ik er al ben, ik zal nog even door moeten zetten. Ik besluit dit als metafoor te nemen wanneer ik voor de laatste keer afscheid neem. Tot ziens Groningen, maar dan op een andere manier.

7 juni 2013

Nu

Ik lig in het park op mijn rode kleed. Mijn fiets heb ik in het zicht naast mij gezet. Ondanks dat hij op slot staat, ben ik bang dat hij gestolen zal worden. Ik zie een kraai voorbij lopen, hij is constant in beweging. Mijn huid brandt in de felle zon, maar daar maak ik mij niet druk om. Factor 20 doet wonderen. Naast mij ligt een stel, hetero, zij hebben hun fietsen neergelegd. Ze praten met elkaar, maar ik kan niet verstaan waarover. Ik heb mijn oor op mijn horloge, ik hoor iedere seconde wegtikken. Sinds ik hier lig heb ik mijn telefoon geen seconde losgelaten. Ik communiceer. Het verleden staat centraal. En met ieder tikje komt daar een seconde bij. De vliegende insecten vliegen mij om de oren, net als de wind. Er fietsen mensen voorbij, weg van hun verleden. Sommigen blijven staan om, net als ik, te genieten van het hier en nu en niet te denken aan wat er was of wat er misschien niet eens zal komen. Ik draai mij om en doe mijn horloge af. De tijd telt nu niet.

29 mei 2013

Comfort zone

Wanneer je niets meer te verliezen hebt en het niet eens bent met hoe je leven eruit ziet, wat doe je dan? Je kunt je vasthouden aan de dingen die je al lang bent verloren en proberen ze terug te krijgen, maar je weet dat dat alleen maar pijn zal doen. Dan kun je beter accepteren dat het voorbij is, dat je leven er niet meer hetzelfde uitziet en dat alles altijd zal blijven veranderen. En als je zelf de keuze wilt hebben over veranderingen, dan zul je daar wat voor moeten doen. Blijf je in het comfortabele hangen en stel je de teleurstelling uit, of kies je ervoor om iets van je leven te maken? Heb je liever spijt van de dingen die je niet hebt gedaan, of van de dingen die je wel hebt gedaan?

Ik koos ervoor om mijn angst in de ogen aan te kijken, dubbele overwinning, en mijn leven te veranderen. Ik heb mijn spullen gepakt en ben naar de andere kant van Nederland verhuisd. Ik had geen reden meer om te blijven hangen in het comfortabele wat al lang niet meer zo comfortabel was. Ik had hoe dan ook een nieuwe basis op te bouwen, dingen te leren, te veranderen. Het werd tijd om mijzelf te leren kennen en te worden wie ik ben. Erachter komen wat ik belangrijk vind in het leven en wat ik wil bereiken en daarmee beginnen. Mijzelf in het diepe gooien en kijken hoe ik eruit kom, leek mij beter dan wanhopig uit het diepe proberen te komen waar ik al in zat en hopen dat alles nog hetzelfde zou zijn als ik eruit was gekomen.

Ik woon hier nu een paar weken en heb het idee dat dit een van de beste keuzes is geweest die ik ooit heb gemaakt. Ik heb dan wel iedere dag last van mijn angsten, maar dat zijn dezelfde angsten die ik zou hebben als ik niet was verhuisd. En in deze situatie geef ik mijzelf weinig keus er iets aan te doen. Iedere dag stel ik mijzelf een doel, ga ik de confrontatie aan. Ik ben hierheen gegaan om de confrontatie aan te gaan met mijzelf en tot nu toe stel ik nog niet teleur. Ik had de neiging om van mijzelf te verwachten wat anderen van mij verwachten, terwijl ik weet dat dat te hoog gegrepen is. Daar ben ik nu mee opgehouden, doe ik dingen op míjn tempo. Ik leer mijzelf kennen en daag mijzelf uit. Ik maak het leven leuk en ga problemen niet langer uit de weg. Er zit een nieuwe ‘ik’ aan te komen die er al jaren uit wil, die anderen al lang hebben gezien, maar ik nog niet. Ik weet dat ik nog een lange weg te gaan heb, maar dat dit wel de eerste stappen zijn op de juiste weg. Ook weet ik dat deze weg ooit comfortabel zal worden, maar dat dat niet betekent dat ik er niet van mag afwijken.

Life begins at the end of your comfort zone.


19 februari 2013

Verandering

Mijn leven is aan het veranderen. Ik heb mijn diploma behaald, over een week heb ik geen werk meer en ik heb sinds een aantal weken de liefde. Het is alsof ik met deze veranderingen ook andere veranderingen nodig heb. Mijn uiterlijk heeft weer een make-over gekregen en ik ben mijn huis aan het opruimen, bijna obsessief bezig met schoonmaken en dingen weggooien.

Waarom doe ik dat? Het is niet zo dat ik er problemen mee creëer dat ik deze dingen doe, maar ik begrijp gewoon niet waarom ik het doe. Waarom heb ik verandering in uiterlijk en woning nodig, juist wanneer ik al te veel verandering onderga?

Is het een coping strategie? Is het om enigszins controle te hebben op het thema 'verandering'? Verandering staat op dit moment centraal in mijn leven, dingen veranderen en ik heb er geen controle over, dus verander ik dingen waar ik wel controle over heb. Is dat het? Het klinkt logisch, maar toch ook niet.

Op deze manier veroorzaak ik nóg meer verandering en dat is iets waar ik nou juist problemen mee heb. Of is het probleem dan toch de 'onverwachte veranderingen'? Want de veranderingen die ik zelf veroorzaak zijn niet onverwacht.

Het is een raadsel die eigenlijk niet opgelost hoeft te worden, maar ik kan het niet loslaten. Misschien omdat ik controle heb wanneer ik achter het 'waarom' ben gekomen, dan kan ik het stoppen. Daarom wil ik weten waarom. Bij deze verklaar ik de hele maand maart tot een 'waarom'-vrije maand. Waarom? Gewoon, om redenen.


14 december 2012

Bergen

Een beetje verandering kan ik hebben, kan ik verwerken zonder probleem. Ik overzie het niet wanneer het ene nog niet is opgelost en het andere al begint. Ik zit nu midden in een grote berg verandering en weet niet waar ik moet beginnen om het weer vlak te krijgen. Om mijn leven weer vlak te krijgen, zonder hobbels. Zonder vallen en opstaan en omhoog klimmen uit die berg. Overzichtelijk en voorspelbaar, zoals het was.

Het liefst ren ik weg, laat ik alles achter en begin ik opnieuw. Maar dat kan niet, er zijn verplichtingen en gevolgen van mijn acties. Als ik nu niet doorga, wordt de berg groter en groter. Ik moet zorgen dat deze kleiner wordt en het liefst zelfs vlak. Dit moet nú gebeuren, want dat wordt van mij verwacht. Er wordt verwacht dat ik meteen aan de slag ga, maar ik heb behoefte aan rust en tijd om te verwerken wat er met mij gebeurt. Als ik die tijd krijg om even stil te staan kom ik vanzelf met een oplossing.


18 november 2012

Wat autisme voor mij is


Ik heb mijn vaste plek op de bank. Als ik ergens anders zit, is het alsof ik niet in dezelfde ruimte ben, dus dan ben ik niet thuis in mijn eigen huis en word ik zenuwachtig.

Als ik ergens blij over ben of iets interessant vind, kan ik het niet tegenhouden dit iedereen te vertellen en heb ik niet door of dit gepast is en wanneer ik moet stoppen met praten.

Ik kan belangrijke details niet scheiden van onbelangrijke details, dus wanneer ik twee keer hetzelfde verhaal vertel, lijken het twee verschillende verhalen.

Ik zie jou als verschillende personen, wanneer in verschillende omgevingen, dus waarschijnlijk vertel ik jou twee keer dat verhaal.

Als iets niet gaat zoals ik denk dat het zal gaan, heb ik tijd nodig om om te schakelen en te verwerken. Hierdoor mis ik vaak een groot deel van een gebeurtenis of situatie, omdat ik in mijn hoofd nog bezig ben met hoe ik dacht dat het zou gaan, het verwerken en omschakelen.

Ik heb duidelijke instructies nodig, omdat ik anders niet weet wat er van mij wordt verwacht. Als je zegt dat ik de rode kralen in het rode bakje moet doen en de groene kralen in het groene bakje, dan laat ik de gele kralen liggen, al staat er een geel bakje, omdat je niet hebt verteld dat ook de gele kralen in het gele bakje moeten.

Ik houd niet van verandering, omdat ik veel tijd nodig heb dit te verwerken, dat kost energie, geeft veel spanning en overheerst mijn gedachten, oncontroleerbaar.

Ik weet niet wat je denkt. Ik zie niet wat je denkt en hoor niet wat je denkt, als je het mij niet vertelt. Hierdoor begrijp ik je vaak niet, of verkeerd.

Ik heb tijd nodig uit te zoeken wat je bedoelt, omdat dit niet automatisch gaat en als ik het je vraag, kom ik er zelf niet uit.

Ik kijk je niet aan en als ik overprikkeld ben, of overweldigd door wat je met mij doet, zal ik helemaal niet naar je kijken, dit betekent niet dat ik je niet mag of niets met je te maken wil hebben.

Als je met mij praat wanneer er lawaai is in de omgeving waar we zijn, hoor ik je wel, maar moet ik veel moeite doen te verstaan wat je zegt.

Door mijn hoge sensitiviteit raak ik snel vermoeid door overprikkeling. Hierdoor doe ik veel aan stimmen; ik maak vreemde geluidjes met mijn mond, ik beweeg heen en weer, ik wrijf stofjes of mijn vingers over mijn lippen, ik wrijf mijn handen over mijn benen, ik knijp mijn ogen dicht etc. Dit maakt mij rustig en zorgt ervoor dat ik er mee om kan gaan, omdat ik zelf kies welke prikkel ik toelaat.

Als je praat en ik zeg een woord na, waarna ik moet giechelen, heb je waarschijnlijk een grappige toon gebruikt of zit er een dubbele betekenis in het woord, wat ik grappig vind. Vaak gebruik ik dit ook om duidelijk te maken dat ik naar je luister en je begrijp.

Ik denk letterlijk en in plaatjes, maar dit betekent niet dat ik niet weet wat 'de kat uit de boom kijken' betekent.

Ik kan nog uren doorgaan over dit onderwerp, want als ik eenmaal geïnteresseerd ben in iets, vind ik het moeilijk hier niet mee bezig te zijn.

12 november 2012

Oudjes

Tijdens mijn NS avontuur vandaag kwam ik ook nog eens een oude opa tegen. Hij stond op station Amersfoort om zich heen te kijken. Hij was helemaal alleen en liep heen en weer. Op een gegeven moment stond hij een meter buiten het gele rookvlak, ik wilde wel zeggen dat hij even twee stappen naar voren moest doen, omdat hij anders een boete zou krijgen, maar ik kon het niet. Ondanks mijn enorme zwak voor oude mensen, kon ik hem niet aanspreken. Gelukkig kwam er snel een vriendelijke conducteur aangelopen om hem erop te wijzen. Hij stond er verloren bij toen hij met zijn trillende hand zijn sigaret rookte. Ik vroeg mij af wat hij allemaal had meegemaakt in zijn leven. Heeft hij de oorlog meegemaakt en achtervolgt dit hem nog? Heeft hij een hond? Waar is zijn vrouw en wat doet hij zo laat nog op het station? Ik moest bijna huilen, dit gebeurt regelmatig. Ik ben blij dat hij, als hij die had, zijn hond niet mee had genomen, anders was ik echt gaan huilen en had ik hem geadopteerd als opa voor de feestdagen. Dat terwijl ik niet eens weet of hij wel ongelukkig is.

Hij zit nu bij mij in de trein, zal ik het hem vragen?

11 november 2012

Dikzak

Morgen mag ik mee om naar het hartje te luisteren van de baby in mijn zus haar dikke buik. Over 14 weken is zij geen dikzak meer, dan is zij moeder. Ik vind het heel lastig om mij voor te stellen dat er écht een baby in haar buik zit en dat die er ook een keer uit moet en dat ik dan tante ben. Misschien dat dit het allemaal wat echter maakt. Ik weet in ieder geval dat wij over 3 jaar iedere deur langsgaan om te zingen dat zijn moeder een dikzak is en zijn vader koprollen doet in hondendrollen. En dat ik dan al het snoep pik, omdat hij het dan toch nog niet mag hebben.





8 november 2012

Projectje

Nu weet ik dat het niet handig is voor mij om met twee dingen tegelijk bezig te zijn, dus waarom ik heb gekozen om toch een nieuwe Blog aan te maken, weet ik niet. Ik voelde inspiratie opkomen, of misschien was het verveling. In ieder geval kon ik na twee uur schrijven nog niet stoppen en ben ik lichtelijk warm vanbinnen. Ik hou het erop dat deze nieuwe Blog een projectje van vier weken zal zijn en een beter tijdverdrijf is dan mijn vakantie weg-Simsen.

Het meisje in mijn verhaal heet Joan en heeft onbedoeld veel autistische trekjes gekregen. Zij schrijft brieven naar Melissa waarin zij onsamenhangend vertelt over haar dag. Natuurlijk is er een grote happening gaande, maar daar verklap ik niets over. Als het meezit heb ik over vier weken genoeg verhaal voor drie maanden. Als het tegenzit heb ik er over vier weken nog geen genoeg van en beheerst het schrijven mijn leven. Die gok waag ik, ik ben nu eenmaal een superheld.

7 november 2012

Vakantie

Mijn vakantie is begonnen. Een week eerder en een week langer dan verwacht, spontaan besloten. Ik wist dat deze beslissing beide positief en negatief zou vallen. Al weken zie ik op tegen mijn vakantie, ik zou vanaf volgende week drie weken vrij zijn. Vrijdag hoorde ik dat ik nog twee weken moest opnemen. Het was mogelijk deze week erbij te nemen, wat zou betekenen dat ik direct vakantie zou hebben voor vier weken.

Zo hoefde ik niet op te zien tegen een week werken met stress en zorgen over de aankomende vakantie, want dan was het al zover. Ik had al een week mijn planning klaar voor de drie weken, dat scheelde. Toch sloeg de paniek toe, ik zou direct voor deze week ook een planning moeten hebben. Mijn mooi getekende schema waar ik uren mee bezig ben geweest, had geen plek meer voor een extra week, dus ik zou een hele nieuwe moeten maken. Dit stond mij het meest tegen.

Vakantie betekent weg structuur, weg zekerheid. Mijn dagen gaan er anders uitzien en wanneer ik na vier weken terugkom op mijn werk, zal daar ongetwijfeld ook van alles veranderd zijn. Ook had ik gister de laatste afspraak met mijn psycholoog. Mijn houvast en het uurtje waarin ik zonder schuldgevoel over mijzelf mag praten is weg. Ik was bang voor wat er zou gebeuren, maar er blijkt niets veranderd. Ik ben hetzelfde mens en mijn leven ziet er nog steeds hetzelfde uit. Ik mis alleen het uurtje waarin ik zonder schuldgevoel over mijzelf mag praten, maar daar kan ik altijd een uurtje schrijven van maken.

Tot zover is dat het dieptepunt deze vakantie en ik moet zeggen dat daar prima mee te leven is. Ik heb rare dromen over het werk, maar dat is een kleine bijwerking van het afkicken. Mijn planning zit iedere dag bomvol leuke dingen, dus geen tijd voor paniek. Nooit gedacht dat ik het zou zeggen, maar... Hahaha ik heb lekker vier weken vakantie!

30 oktober 2012

Niet storen

Het is vandaag weer mijn vrije dag. Ik ben geheel onvoorbereid op wat ik deze dag laat brengen wakker geworden. Voorspelbaar was dat ik de computer aanzette om The Big Bang Theory te kijken, obsessie. Tijdens het kijken herinnerde ik mij dat ik Spotify-tegoed wilde kopen bij de Albert Heijn en dan gelijk wat boodschapjes kan doen. Ik pakte het herontdekte kookboekje erbij en maakte een boodschappenlijstje. In die drie uur heb ik mijzelf klaargemaakt om de deur uit te gaan. Het enige wat ik nog hoefde te doen was tanden poetsen en drie liedjes luisteren.

Ik was bezig met tanden poetsen toen ik mijn telefoon hoorde gaan. Ik werd gebeld door een onbekend nummer en wist eigenlijk wel wie dat zou zijn. Degene waarvan ik niet meer had verwacht dat die zou bellen en waarover ik vanavond een mailtje wilde sturen. Ik liet mijn telefoon naar voicemail gaan, ze zei dat ze voor 14:00u nog een keer belt en anders morgen weer.

Ik vond mijzelf huilend in de badkamer met mijn tandenborstel in mijn fladderende hand. Waarom kon ik niet gewoon opnemen? Ik kende het telefoonnummer niet, maar wist wie het zou zijn. Ik wacht al weken op dat telefoontje, al had ik besloten dat die niet meer zou komen. Waarom kon ik niet gewoon opnemen? Misschien omdat ik niet alleen werd onderbroken in mijn planning, maar er ook iets onverwachts gebeurde? Hm, klinkt logisch. Oké, het is logisch waarom ik niet opnam, maar waarom huilde ik nog steeds en besloot ik vandaag helemaal niet meer op te nemen? Buikpijn en stimmen.

Ik stuurde Sjoerd een berichtje hierover. Hij belde mij direct en ik nam op. Ik ratelde aan een stuk door over het probleem, dat mag bij Sjoerd. Toen ik uitgeraasd was kwam hij met een oplossing. Ik ga 'lekker' boodschapjes doen, zonder telefoon, ik luister wel muziek op mijn (zijn) iPod. De rest van de dag doe ik de dingen die ik wil doen en morgen als ik word gebeld neem ik wel op, omdat ik weet dat ik gebeld ga worden. Morgen ben ik het indianenmeisje en de superheld, vandaag gewoon even niet. Hoewel... Ik ga toch echt vrijwillig boodschappen doen!

16 oktober 2012

Aankijken

Een van de dingen waar ik het meest problemen mee heb is oogcontact. Ik schijn dit vroeger, als baby en klein kind, wel gedaan te hebben, maar hier ben ik niet zeker van.

Ik weet uit groep vier lagere school dat ik me er bewust van werd dat ik beter kan luisteren naar de leraar als ik diegene niet aankijk. Als ik wel oogcontact maakte en de leraar mij ook aankeek schrok ik heel erg en kon ik niet meer luisteren naar wat er werd verteld. Ik verstijfde even en mijn gedachten werden blanco. Het duurde een tijdje voordat ik weer 'terug' was en had een groot deel van zijn verhaal gemist, waardoor ik de rest niet meer kon volgen.

In de eerste klas VWO heb ik mijzelf een trucje aangeleerd. Als de leraar sprak en de klas rondkeek, en dus ook mij zou kunnen aankijken, keek ik naar een plek in de ruimte waar ik mij op kon concentreren. Op die manier was het makkelijker te luisteren naar wat er werd verteld, omdat ik minder werd afgeleid door de ogen van de leraar en alle andere visuele prikkels, zoals bijvoorbeeld de lampen. Ik hou van lampen en lichtjes.

Door dit trucje kreeg ik vaak de opmerking dat ik aan het wegdromen was en niet oplette, omdat ik in de ruimte zat te staren. Wanneer ik probeerde uit te leggen dat ik juist heftig aan het opletten was, werd er gereageerd met gelach en de opmerking dat ik ermee moest ophouden en gewoon moest opletten in de les, omdat het de leraar stoorde.

Hierdoor besloot ik de leraar strak aan te kijken, waardoor ik juist niet hoorde wat er werd verteld omdat mijn focus ergens anders lag. Ik snapte de lesstof hierdoor vaak niet en haalde lagere cijfers.

Op het MBO, de huidige opleiding die ik nu volg, begon ik het jaar met het strak aankijken, hoewel ik dolgraag wilde horen wat er werd verteld, omdat de lesstof eindelijk interessant was. Dit werkte niet, dus viel ik in het oude patroon en staarde de lesuren door. Weer kreeg ik hier opmerkingen over, maar dit keer durfde ik geen eerlijke uitleg te geven, bang dat er weer om gelachen zou worden. Ik verzon weer een nieuw trucje.

Niet staren naar een plek in de ruimte, maar naar mijn bureau en doen alsof ik constant aantekeningen maak. Ik weet het, aantekeningen maken help sowieso, maar bij mij niet. Wanneer ik een zin opschrijf blijft die zin zich namelijk herhalen in mijn hoofd en hoor ik ook niet meer wat er wordt verteld.

Toch vond ik dit trucje niet ideaal, omdat ik nog vrij 'afwezig' lijk. Nu probeer ik het met het trucje die ik gebruik wanneer ik in gesprek ben met iemand. Ik kijk naar de mond of neus, dan lijkt het of ik oogcontact maak, maar doe ik niet. Heel idioot dat ik hier niet eerder aan dacht. Ik kijk het even aan, maar voorlopig werkt het.

14 oktober 2012

Weer een stukje

Vandaag hou ik het even kort. Mijn ouders zijn dit weekend 12,5 jaar getrouwd en tijdens het verrassingsontbijt keken wij de trouwfilm van toen. Ik was 11 jaar. Sinds mijn diagnose ben ik heel benieuwd naar hoe ik vroeger was en deed. Ik weet dat ik altijd al een rare was, maar ik wil het nu in het autisme kunnen plaatsen.

Op de film zie ik mijzelf af en toe een sprongetje maken terwijl ik fladder. Ook sta ik constant in de weg en doe ik heel sociaal ongemakkelijk. Mijn nichtje van toen 4 was mijn favoriet, met de rest van de mensen deed ik niet veel.

Puzzelstukje voor puzzelstukje wordt het plaatje compleet. Toch heb ik alle puzzelstukjes nodig wil ik het accepteren, alleen dán klopt het. En het moet kloppen.

9 oktober 2012

Is er een naam of verklaring voor?

Gister vertelde ik S. iets waar ik eigenlijk nooit grondig over nagedacht heb, maar wel al jaren 'last van' heb. Het is niet dat dit mij veel problemen geeft, maar er zijn wat voorvalletjes geweest die hiermee te maken hebben. Ik weet niet of dit iets met autisme te maken heeft, of dat het gewoon een mij-ding is, maar het is in ieder geval niet 'normaal'. Of 'gemiddeld', bij gebrek aan een beter woord.

Ik zie S. twee keer in de week op het werk en op die dagen zoek ik haar altijd op. Ze is binnen een korte periode ook een vriendin geworden, ik zie en spreek haar namelijk ook buiten het werk om. Gister liepen wij samen naar de bushalte. Onderweg liep ik door een modderplasje omdat ik dat modderplasje pas zag toen ik erin stond. Ik kijk vaak bijna letterlijk niet verder dan de neus van mijn schoen lang is wanneer ik op straat loop. We praatten wat verder en kwamen uit op het onderwerp wat ik niet kan verklaren en zo goed mogelijk zal proberen te verwoorden:

Ik zie S. (en ieder ander individu) als een x aantal verschillende personen, terwijl ik heus weet dat S. 1 persoon is. Toch is zij:

1. De collega die ik op maandag en vrijdag spreek, naar glimlach en stiekem knuffel wanneer wij elkaar zien. 
2. De collega die ook een vriendin is op maandag en vrijdag wanneer wij pauze hebben of klaar zijn met werken, die ik een knuffel geef.
3. De vriendin die ik buiten het werk om zie.
4. De vriendin die ik buiten het werk om spreek via Whatsapp.
5. De vriendin die ik buiten het werk om spreek aan de telefoon.
6. De Facebook-vriendin die ik als vriendin heb op Facebook.

Nu klinkt dit waarschijnlijk niet heel vreemd, toch zorgt dit voor vreemde situaties.


Ik werkte vorige week maandag met haar, ik Whatsappte vrijdag met haar toen ik ziek thuis was, zaterdag Whatsappten en belden wij en zondag was ik vergeten dat dit dezelfde persoon was als die ik maandag weer op het werk zou zien. 

Maandag op het werk toen ik S. zag heb ik ook geen seconde stilgestaan bij het feit dat wij zaterdag ruim een uur hebben gepraat over de telefoon. Het zou mij ook hebben geshockeerd als zij was begonnen over het onderwerp welke wij toen besproken hadden. De eerste gedachte die dan bij mij op zou komen is "Hoe weet jij dat?!". Het zou dan een aantal tellen duren voordat ik het plaatje compleet heb en doorheb dat zij degene is waar ik mee heb gebeld die zaterdag.

Naast deze heb ik nog tig voorbeelden van dit, voor mij, onverklaarbare... Gedoe. Ik heb er niet eens een woord voor. Normaal gesproken is het woord 'pannenkoek' de oplossing voor alles, maar hier geldt dat niet. Misschien moet ik maar een nieuw woord verzinnen. Flubstelpintal ofzoiets.

5 oktober 2012

Uche uche


Sinds dinsdag heb ik de griep. Het lijkt of prikkels van buitenaf hierdoor nog scherper binnenkomen dan normaal. Deze zijn vervelender dan het volle-snot-hoofd gevoel en de spaghetti benen waar je geen kant mee op kan. Fel licht laat mijn ogen tranen, de wind langs mijn huid doet pijn, maar vooral de auditieve prikkels, zoals een klapperende deur, zijn stom want die geven mij hoofdpijn. Nu heb ik gelukkig oordoppen die de scherpte verminderen, maar die doen na een uur pijn aan mijn oren.

Gister had ik school van half tien tot vier. Ik dacht dat het beter zou zijn niet toe te geven aan de griep, omdat ik anders in zou storten en het langer zou duren voordat ik erbovenop zou komen, dus ik ben naar school gegaan. De eerste anderhalf uur heb ik met zere ogen achter de computer gezeten, daarna mocht ik een ijskoud lokaal in waar de lampen fel zijn en er een bijzonder irritant achtergrondgeluid is. Vervolgens naar een lokaal waar de zon naar binnen scheen en daardoor de beamer voor mij zelfs na veel moeite onleesbaar was. Als laatste eindelijk een normaal lokaal, maar omdat het inmiddels harder was gaan waaien klapperde de deur constant en kon ik mij alsnog niet concentreren op wat er werd verteld en kreeg ik hoofdpijn.

Totaal uitgeput kwam ik thuis, maar ik had niet de behoefte alsnog toe te geven aan de griep. Sjoerd, lieve Sjoerd, had gelukkig zin om te gaan shoppen. Ik had absoluut twee paar handschoenen, een sjaal, een vest en een trui en drie boeken en films nodig, dus dat kwam goed uit. Met Sjoerd kan ik alles, dus de stad in met koorts om te vergeten dat ik koorts heb, kan ik ook. Helaas kon mijn lichaam dit niet en zit ik vandaag met spierpijn, keelpijn, hoofdpijn, oordoppen en een zonnebril achter (eigenlijk voor) mijn computer mijn irritaties weg te schrijven. Ik ga nu in bed liggen en toegeven aan de griep.

28 september 2012

Puzzel

Zes jaar geleden heb ik in mijn nek een tattoo laten zetten van een puzzelstukje met een hartje erin. Dit was voor mijn toenmalig vriendinnetje, mijn eerste ware liefde, mijn ontbrekend puzzelstukje. Dat het ooit voorbij zou gaan tussen ons kon ik mij toen niet voorstellen. Toch heb ik nooit écht spijt gehad van de tattoo, hij zit in mijn nek en ik zie hem niet, dus is hij er niet. Uit het oog, van het lijf.

Nu ik de diagnose Asperger heb, nu ik weet dat ik Asperger heb (ik weet nog steeds niet wat ik fijner vind klinken) kan ik de tattoo een andere, of extra, betekenis geven. Het is een puzzelstukje vergelijkbaar met het puzzelstukje wat je ziet op logo's van Autism Speaks etc. Als ik dit zes jaar geleden had geweten zag het er nu heel anders uit. Mijn leven én mijn tattoo.




27 september 2012

Gekke Bobby

Om de rest van vandaag te overleven youtube ik series van vroeger. Ik heb die af en toe nodig om de fijne herinneringen aan die tijd te herbeleven, om weer stiekem even dat kind te zijn. Een van de beste series van toen is toch wel Bobby's World. Nu luisteren naar het begindeuntje laat mij flappen en heel vreselijk glimlachen met af en toe een gilletje. Heerlijk. Ik snap nu ook waarom ik het zo leuk vond. De moeder van Bobby zegt dat zijn oom Ted gekke ideeën in zijn hoofd stopt. Vervolgens wordt Bobby's hoofd heel groot, klapt oom Ted Bobby's hoofd open en stopt er gekke ideeën in.
Volgens mij is Bobby ook een beetje autistisch, toen Bobby's moeder dat zei, zag ik het namelijk ook letterlijk zo gebeuren.

26 september 2012

Niet alleen op de wereld

Als iets tegenzit is het alsof de wereld die ik zo graag voor mij alleen wil hebben zal vergaan. Dit gevoel overkomt mij wanneer ik geen controle en macht heb over situaties, vooral wanneer die mogelijk een verandering met zich meebrengen. Het lijkt voor mij onmogelijk te zijn een oplossing te bedenken voor iets dat stress met zich meebrengt. De scenario's 'wat als dit gebeurt' blijven zich in mijn hoofd herhalen en verergeren. Wanneer het verbeeldde scenario het toppunt van ellende heeft bereikt en voelt of het daadwerkelijk gebeurt zak ik letterlijk (natuurlijk letterlijk) weg in zelfmedelijden. Ik duik ineen en verberg zoveel mogelijk van mijn gezicht in mijn trui of kussen, als het maar een stofje is wat fijn voelt tegen mijn mond.

Op dit moment sluit ik mij af voor de rest van de wereld en het feit dat die wereld gewoon doorgaat bestaat voor mij niet. Ik geef op en het maakt mij niet meer uit wat er zal gebeuren. Het enige belangrijke is mijzelf weer terugvinden, die ben ik namelijk kwijt. Het besef dat ik 'ik' ben bedoel ik daarmee. De hand die ik langs mijn mond zie bewegen voelt niet als die van mij en eigenlijk de rest van mijn lichaam ook niet. Ik zit niet meer in mijn eigen lichaam en niets is echt. Vanuit dit idee wordt de aanval (zo noem ik het maar) vaak nog erger en word ik misselijk. Ik wiebel heen en weer, zoals autisten dat goed kunnen, het fijne stofje wrijf ik in hetzelfde ritme tegen mijn mond en met de duim van mijn andere hand tast ik mijn vingers af van pink tot wijsvinger en weer terug. Deze bewegingen noemen ze geloof ik stimmen.

Wat ik doe om uit zo'n aanval te komen is een soort van doelbewust overprikkelen. Ik doe oordopjes in mijn oren met de muziek op vol volume, knipper zo snel mogelijk met mijn ogen en bijt op de binnenkant van mijn onderlip terwijl ik met mijn handen ergens in knijp. Als ik geluk heb kan ik hierna ontzettend huilen. Langzaam kom ik weer terug en mag de wereld van pauze af. Mijn hoofd is hierna vaak zo leeg, of overvol, dat ik extreem helder ben en besef dat ik niet alleen op de wereld ben en mensen in mijn omgeving heb die van mij houden en er voor mij zijn. Mensen die ik hulp kan vragen en mij zullen helpen. Mensen die ik te weinig waardeer wanneer ze er vanzelfsprekend zijn. Op dit soort momenten ben ik blij dat ik de wereld niet voor mij alleen heb.

25 september 2012

Simsdag

De dinsdagen zijn kut. Sinds een maand werk ik niet meer op dinsdag en moet ik mijzelf vermaken. De eerste dinsdag dat ik vrij was, had mijn lieve huisgenoot en beste vriend Sjoerd vakantie. Sjoerd heeft mij die dag laten kiezen wat te doen en is overal mee naartoe geweest. Helaas was dat eenmalig en moet ik het sindsdien zelf doen. Vandaag is de eerste dag dat ik een schema heb gemaakt voor mijn vrije dag. Er zijn veel dingen die ik leuk vind om te doen en eigenlijk alleen kan doen op een vrije dag. Als ik geen schema maak, zit ik de hele dag op de bank voor mij uit te staren, omdat ik geen keuze kan maken. Mijn gemiddelde zaterdag.

Vandaag mag ik een uurtje schrijven en in totaal vier uur lezen uit twee verschillende boeken. Een dag geleden had ik in mijn hoofd dat ik de hele dag zou lezen, maar ik ben tegen beter weten in weer begonnen met the Sims. Het spel dat mijn leven overneemt zo gauw het logo in beeld komt en het deuntje begint te spelen. In de hoop dat ik volwassener en verstandiger ben geworden met de jaren, zette ik het spel gister aan. Ik mag het van mijzelf eigenlijk alleen in vakanties spelen, maar aangezien ik die al ruim een jaar niet heb gehad en al minstens de helft daarvan Sims-kriebels heb, mag ik het nu van maandagavond tot dinsdagavond spelen. Dan moet ik wel ieder uur stoppen, opslaan en afsluiten en het liefst weg bij de computer en iets anders doen.

Vandaar het schema. De structuurklant die ik ben houdt zich perfect aan opgestelde schema's. In ieder geval de eerste keer en vooral wanneer ik dingen mag aanvinken of doorstrepen.

23 september 2012

Even

Het woord 'even' is niet aan mij besteed. Wanneer ik vraag hoe lang iets nog gaat duren, wil ik weten hoe lang iets nog gaat duren. Dat het 'even' duurt, dat snap ik heus. Lekker makkelijk antwoord om te geven, dat wel. Toch heb ik liever dat iemand zegt dat het een uur duurt en vervolgens tien minuten te laat is. Dan ben ik namelijk maar tien minuten zenuwachtig, in plaats van de hele zeventig minuten die voor een ander echt maar 'even' duren.