11 september 2012

De diagnose


De diagnose kwam niet geheel onverwachts. Mijn leven lang voel ik mij een alien tussen alle 'normale' mensen die wél functioneren naar wat zij kunnen. Ik heb dat nooit gedaan. Mijn geniaal hoge CITO-score valt in het niet bij het feit dat ik al 8 jaar over mijn MBO doe, terwijl ik stiekem een tikje hoogbegaafd ben. Dit heeft er gelukkig wel voor gezorgd dat ik al die jaren heb kunnen overleven. Ik ben nu 23 en durf eigenlijk niet in mijn eentje boodschappen te doen. Mijn allerliefste bezigheid is om mijn lievelingsfilms of -tvseries te kijken en ik houd ervan ze te verzamelen. Eigenlijk houd ik van het verzamelen op zich, zoals pennen, hardloopkleding, boeken, tekenspullen en informatie over wat-ik-op-dat-moment-dan-ook-interessant-vind tot in het obsessieve. Met mijn grote berg Sinterklaaskadootjes speelde ik vroeger niet. Ik sorteerde ze op kleur of van groot naar klein en telde de hoeveelheid keer op keer. Vroeger kon ik uren schommelen of koppeltjeduiken aan een klimrek. Nu nog houd ik van ronddraaien en heen en weer bewegen.

Ik hoorde voor het eerst over Asperger als mogelijke diagnose toen ik mijn eerste gesprek had bij mijn psychiater. Ze vertelde na vijf minuten over mijn (gebrek aan) oogcontact en dat ik een raar loopje heb, alsof ik een beetje op mijn tenen loop. Door de gerichte vragen die zij stelde had ik snel door dat we richting autisme gingen en door mijn overtuigende antwoorden met schijnbaar monotone stem werd het duidelijk dat dat het juiste spoor is. Op school leerde ik over de omgang met autisten, ik doe de opleiding gehandicaptenzorg, maar nooit over de precieze kenmerken. Ik heb mij nooit verdiept in het onderwerp en wat ik wél wist over Asperger sloeg niet op mij. Ik ben namelijk een vrouw en treinen interesseren mij niet. Lang leve het internet en mijn enorme talent voor hyperfocussen, hierdoor leerde ik wat de kenmerken van Asperger zijn en het enorme verschil tussen die van mannen en vrouwen. Ik had voor ieder kenmerk een voorbeeld uit mijn eigen leven van vroeger en nu. Dit hielp bij de verdere onderzoeken, ik had mijn verhaal al klaar en wist wat er gevraagd zou worden.

Een maand later, op 08-08-2012, kon ik er niet meer onderuit. De stempel Asperger stond op mijn voorhoofd en paste perfect bij de rest van mijn lichaamsversieringen. Dit was de dag dat voor mij de grote ontkenningsfase van start is gegaan. Kon het niet zijn dat ik door mijn inmiddels grote kennis over het onderwerp de diagnose heb gekregen? Dat ik de onderzoeken zag als toets 'Wat weet jij over Asperger'? Mensen zeggen namelijk dat ik een goede actrice ben en een natuurlijke manier van manipuleren heb, wie zegt dat ik hierin niet heb gemanipuleerd? De ontkenning werd iedere dag zo'n drie keer de mond gesnoerd wanneer ik een typische sociale blunder beging. Dagelijks en al mijn hele leven heb ik last van de negatieve Asperger-dingen. Waarom, in die 23 jaar, heeft niemand dit ooit opgemerkt? De woede begon. Als het er zo dik bovenop ligt, waarom heeft niemand mij hierop gewezen? Vooral het feit dat het nooit meer weg zal gaan, maakte mij woedend. Ik zal de rest van mijn leven Asperger hebben en het zal hooguit iets makkelijker worden om mee te leven.

En nu?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten